Kringactiviteiten

Wat is het grootst

Er worden telkens 3 woorden gezegd (zie rijtje hieronder) en de kinderen moeten nadenken welk ding het grootst is. Als ze het weten vertellen ze het nog niet, maar steken ze hun vinger op. Om beurten zeggen de kinderen wat het grootst is.

Rijtjes met woorden

Weg sleutels
De kinderen zitten in de kring. Één kind gaat met de ogen dicht in het midden van de kring zitten. Achter hem ligt een bos met sleutels. Wijs een kind aan. Deze sluipt stilletjes naar de sleutels toe. Terwijl hij of zij de sleutels weg graait zegt hij/zij: " Weg zijn de sleutels". Het kind dat de sleutelbos weghaalde gaat zachtjes op de plaats zitten. Als het weer op zijn plaats zit, mag het kind in de kring zijn ogen weer open doen. Het moet zeggen welk kind nu de sleutels in bezit heeft.

Kan dat in de zomer of in de winter?

Welk woord rijmt niet?
Zeg steeds drie woorden na elkaar.
Één van de woorden rijmt niet.
De kinderen moeten zeggen welk woord dat is.

Wat hoort er niet bij?
Zeg steeds korte zinnen.
In elke zin komt een woord voor dat er niet bij hoort.
De kinderen moeten zeggen welk woord dat is.
Vraag ook aan de kinderen waarom dat woord er niet bij hoort

Goed of fout
De kinderen moeten zeggen of de zin goed of fout is.

Wat is er gelijk?
Er worden drie kinderen aangewezen, die in het midden van de kring moeten gaan staan. Er wordt verteld dat deze kinderen zijn gekozen omdat ze allemaal iets hetzelfde hebben. Kunnen de kinderen erachter komen wat deze kinderen hetzelfde hebben? Laat daarna een kind drie kinderen in de kring zetten en doe hetzelfde.

Gerelateerde woorden
Er wordt begonnen met het woord ‘zee’, de volgende noemt een woord wat daar mee te maken heeft, b.v. golven, de volgende noemt weer een woord wat daar mee te maken heeft, dit gaat door totdat het dood loopt.

Woorden met gelijke beginletter
De leerkracht is de boswachter en houdt van de letter ‘b’. Probeer dieren te noemen met de letter ‘b’.