Bewegingsles:
pietendiploma
Sinterklaas dreigt te
weinig Zwarte Pieten te krijgen en heeft aan de leerkracht gevraagd of deze
kan kijken of er kinderen zijn die later misschien Piet kunnen worden. Daarom
moeten de kinderen allemaal oefeningen doen, die Zwarte Pieten ook moeten
doen. De kinderen worden verdeeld in 5 groepjes van elk 4 of 5 kinderen. Elk
groepje gaat na de uitleg bij een onderdeel beginnen. Elk onderdeel kunnen ze
5 minuten doen, daarna wordt het teken gegeven om naar een volgend onderdeel
te gaan. Er wordt aangegeven hoe er wordt doorgedraaid.
Over
het dak lopen:
Een evenwichtsbalk
(aanwezig in het gymlokaal) is neergezet. De kinderen proberen hier overheen
te lopen.
Pakjes
overgooien:
Aan 1 kant staat de
zak van Sinterklaas, hierbij gaat 1 kind staan. Aan de andere kant staat een
mand/hoepel met pakjes erin, hierbij staan de overige kinderen. De kinderen
gooien om de beurt de pakjes naar degene die bij de zak staat. Dit kind doet
de pakjes in de zak. Als alle pakjes in de zak zijn, worden ze teruggebracht
naar de hoepel en gaat er een ander kind bij de zak staan.
Op
het dak klimmen:
Om goed te oefenen om
op het dak te klimmen gaan de kinderen in het wandrek klimmen. De kinderen
staan in een rij en gaan om beurten in het wandrek. Een kind gaat aan 1 kant
omhoog, als het niet zo hoog durft, gaat het wat lager. Dan verplaatst het
zich horizontaal naar de andere kant en gaat daar weer het wandrek omlaag en
sluit weer achteraan aan.
Van
het dak af springen:
Om te oefenen om van
het dak af te springen, wordt er van een kast afgesprongen. Er staat een bank
schuin tegen de kast om op de kast te komen en vervolgens springen ze eraf,
aan de kant waar de mat ligt.
Pakjes
in de schoorsteen gooien:
De kinderen staan in
een rij, de voorste staat in een hoepel. Vanuit de hoepel worden de pakjes
gegooid naar een mand (schoorsteen). Als 1 kind alle pakjes heeft gegooid,
haalt dit kind de pakjes weer op en is het volgende kind aan de beurt.